Op zoek naar de renbaan

18 september 2018 - York, Verenigd Koninkrijk

Hij laadde alle bagage in zijn auto en stapte in. Ik hielp wat kijken om de weg te vinden uit de haven en voor we het wisten waren we op de grote weg naar York. Hij stelde voor om onderweg ergens te stoppen voor een ontbijt dat ik geen slecht idee vond, daar ik enkel koffie achter de kiezen had. Helaas bleef hij doorrijden.

Toen we bij de stadsmuren van York waren parkeerde hij eindelijk zijn auto op een peperdure parking naast een Wetherspoons. We gingen binnen en even later stond er een English breakfast voor mijn neus. Met all-you-can-drink koffie. Ik heb alle variaties geprobeerd.

Daarna stapten we terug in en gingen op zoek naar de Racecourse. Die zoals gewoonlijk weer onvindbaar bleek voor David. Zou een GPS helpen? Ik had niet veel zin om tegen zijn onwrikbaar gevoel in te gaan. Al zagen we wel de grote tent, waar was die ingang! Na 3 keer door de stad te hebben gereden, vroeg ik hem om onder de 30mph grens te blijven en plots kwam ik een pijltje op het spoor. Die ons de juiste richting in stuurde.

David reed langzaam over de met planken bezette renbaankruising. We kwamen aan een checkpoint. David zwaaide even de security liet ons binnen. Daarna zette hij de auto op de parking.

We namen onze tenten uit de koffer en droegen ze naar het kampeerterrein. Ik gooide alles open en zette mijn grondzeil. Daarna kieperde ik alles in mijn tent. Dan hees ik het buitenzeil over de tent. Toen ik de haringen in de grond wou kloppen, leende ik de hamer van David. Omdat de wind recht in mijn tent blies, was ik in de onmogelijk om mijn ingangskoepeltje te maken. Ik liet het dan maar zo. Intussen had David zijn tent ook geïnstalleerd. Maar wat hij er mee wou doen weet ik niet. Hij zou in zijn auto slapen zei hij me.

We liepen de tent in om eens de sfeer op te snuiven. Veel was er nog niet te beleven.

Ik hielp mee met stoelen zetten, maar voelde dat iedereen op elkaar was ingespeeld. Toen David vroeg of ik wou helpen aan het opblinken van de koperen tapkranen liet ik dan ook de set-up team voor bekeken. Ik nam een vod en wat koperpoets en begon te schuren. Sommige vlekken leken er al een jaar op te zitten. Iemand kwam met een andere stof waarmee het allemaal wat vlotter liep, al was het maar een beetje. We waren met een groepje van vier. Ik was niet echt tevreden met mijn resultaat, maar we hadden vooral plezier. Toen we bijna aan het eind van de rij waren. Moest er worden getapt voor de smaakproef. De regel was wie tapt, mag niet meedoen aan de blinde test. Wat ook logisch was, omdat je wist welk nummer met welk bier correspondeerde. Ik kreeg een lijst van de bieren en een hele stapel lege melkkannen. (Van die witte plastic flacons van 4 pints met een handvat aan). Tot daar de theorie. De praktijk ging stukken moeilijker… Ten eerste waren bijlange niet alle bieren al tapklaar. Ieder had een andere werkwijze, wat het ook niet gemakkelijker maakte. En dan had je nog die stapel flessen die al snel uitgeput waren. Uiteindelijk waren er zich enkelen die zich ontfermden over het klaarmaken en afsluiten van de flessen en belangrijk in juiste volgorde zetten. Zodat ik me enkel nog moest bezighouden met het juiste bier in de juiste nummer te krijgen. Wat de nodige concentratie vereiste. Veel brouwerijen leverden enkele bieren en net die die op lijst stond was uiteraard nog niet klaar. Ik heb vele keren die taak vervloekt.

Nadat alle bieren waren ingeblikt. Ging ik naar de medewerkersruimte. Een vat was beschikbaar voor de vrijwilligers. Terwijl ik het glas aan mijn lippen zette, raakte ik in gesprek met enkele van mijn collega’s. We spraken onder andere over de bier proeverij en dat ik dat nog nooit had meegemaakt. Ze vroegen zich af waarom ik gewoon niet aanschoof. Tenslotte kende ik het bier toch niet, zodus was er weinig sprake van bevooroordeling.

Ik nam mijn glas en begaf me naar de tent. Ik schoof aan aan de tafel van David. Ik werd met open armen ontvangen. Maar eerst … Werk inhalen. Ik was een ronde achter. Dus moest ik in een relatief hoog tempo inschatten hoe bier 1 tot 6 van die categorie rook, eruitzag en smaakte. In de smaak welke smaken ik gewaar werd en ten slot wat de nasmaak vrijgaf. Maar bovenal hoe hoog ik het bier inschatte. Daarna werden alle scores op een gezamenlijke fiche geschreven en werden totalen opgesteld. Welk bier behaalde de hoogste score. Daarna kon ik meedoen met de groep. Nog een reeks van 6 bieren proeven. Intussentijd kwam onze fiche terug. We hadden een gelijkstand en dat mocht niet … Herproeven dan maar … Hoe een bierproever leiden kan.

Voor de leek: bij een bierproeverij krijgt iedere proever een paar slokken bier in zijn glas gegoten. De bedoeling is om in één slok het bier te analyseren. Lukt dat niet dan is er nog een tweede slok om dat goed te maken.En wat gebeurt er dan met het restje in het glas hoor ik u denken… wel, dat gaat onherroepelijk in de slough-bucket. Een emmer met de restjes. Tenslotte is het wel de bedoeling dat men de bieren kan beoordelen.


Na een uur of 2 had elke tafel (en dat waren toch er al zo’n 8) elk een half emmertje vol. En nee, ook met de restjes zijn we spaarzaam. Vooraleer we de regenwormen erg blij gaan maken, moet eerst alles opgemeten worden. De inhoud van de emmers wordt genoteerd als “verlies” en dan pas wordt de inhoud over het grasveld verdeeld. Hadden we dat maar niet gedaan … want het heeft de daarop volgende dagen de hele tijd geregend. Wel zag je waar de bodem was gevoed, want daar groeide het gras net iets vlotter.

Tijdens de laatste ronde werden er plannen gemaakt. We vroegen een van de locals om advies om een hapje te eten. Hij voerde ons naar een hamburgertentje van een keten die vooral in Zuid-Engeland snel in opmars was: Five Guys. Voor we binnenstapten keek ik naar de York Minster waar we naast stonden geparkeerd. ’s Nachts zag ze er grandieus uit. Maar nu naar binnen want mijn maag knort. De zaak had een minimalistisch design: witte muren met rood/witte blokken op de toonbank, veel metalen elementen.  Kortom typisch een American Diner. Wat uniek was was er op de menukaart geen hamburgers stonden maar een hele reeks ingrediënten. Het was voor mij dus een heel karwei om mijn hamburger samen te stellen. Gelukkig was de drank wel in één geheel uit een self-service automaat te halen. Nadat ik met mijn lege beker naar de drankautomaat liep en snapte hoe het ding functioneerde, vulde ik mijn beker. Nadien wou ik nog wat ijsblokjes eraan toevoegen. Helaas had ik niet gerekend op de kracht waarmee de blokjes naar beneden schoten. Ik verloor de grip op de beker en een pint cola schoot naar beneden. Ik kon nog net op tijd wegspringen terwijl een pint naar beneden gutste. Er lag wel een mat maar die kon die hoeveelheid natuurlijk niet aan en ik veroorzaakte een mini-tsunami. Nadat ik me duizendmaal had ge-excuseerd aan één van die vijf guys die met de dweil al in de weer was en die mat naar buiten sleepte. Ik deed opnieuw een poging en deze keer deed ik mijn glas maar half zo vol. Intussen waren de paar dienborden op tafel beland. Ik wou net een hap nemen uit mijn hamburger toen de local me tegenhield. Had jij geen bacon gevraagd? -Ja -Dan is deze van jou. We wisselden onze hamburgers. Het is natuurlijk moeilijk om ze uit elkaar te houden, als er enkel een bestelnummer bij de bestelling zit. Ik was dus niet nummertje 1 maar nummer 3. Geen kwaad was geschied. De hamburger was inderdaad overheerlijk. Ik nam enkele chili-frietjes maar bleef wijselijk bij mijn potato wedges. Intussen stal ik enkele chips bij David. Kwestie van de vergelijking te kunnen maken… Nadat ik 2 pint cola ophad, was een toilet uiteraard handig. Ik zocht overal maar kon geen vinden, tot ik een trap zag. In de veel minder verlichte ruimtes van het gebouw, zag ik een hoek een deur met een pictogram op. De volgende momenten zijn onbeschrijfelijk. Ik ging terug naar beneden en intussen waren mijn maten al klaar om te vertrekken. We liepen de deur uit en de uitbater volgde ons en sloot de deur achter ons. We werden letterlijk uit de zaak geveegd.

Er was nog tijd voor een biertje, dus volgde ik de local die ons naar een pub begeleidde. Aan de bar was het druk en het duurde dan ook een hele tijd eer we bediend werden. Ik had een bier in gedachten maar het vat was af. Dan maar een andere vinden, de barman was niet zo geduldig en ging naar een andere klant. Toen ik opnieuw wou bestellen moest ik dan ook weeral een tijdje wachten. Deze keer wou ik iets speciaals proberen. Het werd afgeraden door de local, maar ik wou het wel eens proberen. Ik bestelde het bier, maar het leek niet getapt te worden. Na een vijftal minuten vroeg ik het nog eens. Het bier bleek echter wel getapt te zijn, en was op de toonbank tussen de klanten in gezet, en had intussen al wat van zijn imago verloren. We vonden een tafeltje en ik zette het bier voor me. Ik proefde van het bier en het smaakte inderdaad speciaal. Niet iets wat ik normaal rap zou drinken. Mijn vrienden raadden me aan om het bier te laten staan, maar iets hield me daar in tegen. De volgende zou beter zijn! Ik ging terug naar de bar en bestelde de volgende ronde. Toen ik mijn lippen aan mijn glas zette bleek dat ik het

En wat gebeurt er dan met het restje in het glas hoor ik u denken… wel, dat gaat onherroepelijk in de slough-bucket. Een emmer met de restjes. Tenslotte is het wel de bedoeling dat men de bieren kan beoordelen.
Na een uur of 2 had elke tafel (en dat waren toch er al zo’n 8) elk een half emmertje vol. En nee, ook met de restjes zijn we spaarzaam. Vooraleer we de regenwormen erg blij gaan maken, moet eerst alles opgemeten worden. De inhoud van de emmers wordt genoteerd als “verlies” en dan pas wordt de inhoud over het grasveld verdeeld. Hadden we dat maar niet gedaan … want het heeft de daarop volgende dagen de hele tijd geregend. Wel zag je waar de bodem was gevoed, want daar groeide het gras net iets vlotter.

Tijdens de laatste ronde werden er plannen gemaakt. We vroegen een van de locals om advies om een hapje te eten. We waren zo snel weg dat ik vergat om mijn geld mee te nemen. Ik zal wel voorschieten zei de man. Hij voerde ons naar een hamburgertentje van een keten die vooral in Zuid-Engeland snel in opmars was: Five Guys. Voor we binnenstapten keek ik naar de York Minster waar we naast stonden geparkeerd. ’s Nachts zag ze er grandieus uit. Maar nu naar binnen want mijn maag knort. De zaak had een minimalistisch design: witte muren met rood/witte blokken op de toonbank, veel metalen elementen.  Kortom typisch een American Diner. Wat uniek was was er op de menukaart geen hamburgers stonden maar een hele reeks ingrediënten. Het was voor mij dus een heel karwei om mijn hamburger samen te stellen. Gelukkig was de drank wel in één geheel uit een self-service automaat te halen. Nadat ik met mijn lege beker naar de drankautomaat liep en snapte hoe het ding functioneerde, vulde ik mijn beker. Nadien wou ik nog wat ijsblokjes eraan toevoegen. Helaas had ik niet gerekend op de kracht waarmee de blokjes naar beneden schoten. Ik verloor de grip op de beker en een pint cola schoot naar beneden. Ik kon nog net op tijd wegspringen terwijl een pint naar beneden gutste. Er lag wel een mat maar die kon die hoeveelheid natuurlijk niet aan en ik veroorzaakte een mini-tsunami. Nadat ik me duizendmaal had ge-excuseerd aan één van die vijf guys die met de dweil al in de weer was en die mat naar buiten sleepte. Ik deed opnieuw een poging en deze keer deed ik mijn glas maar half zo vol. Intussen waren de paar dienborden op tafel beland. Ik wou net een hap nemen uit mijn hamburger toen de local me tegenhield. Had jij geen bacon gevraagd? -Ja -Dan is deze van jou. We wisselden onze hamburgers. Het is natuurlijk moeilijk om ze uit elkaar te houden, als er enkel een bestelnummer bij de bestelling zit. Ik was dus niet nummertje 1 maar nummer 3. Geen kwaad was geschied. De hamburger was inderdaad overheerlijk. Ik nam enkele chili-frietjes maar bleef wijselijk bij mijn potato wedges. Intussen stal ik enkele chips bij David. Kwestie van de vergelijking te kunnen maken… Nadat ik 2 pint cola ophad, was een toilet uiteraard handig. Ik zocht overal maar kon geen vinden, tot ik een trap zag. In de veel minder verlichte ruimtes van het gebouw, zag ik een hoek een deur met een pictogram op. De volgende momenten zijn onbeschrijfelijk. Ik ging terug naar beneden en intussen waren mijn maten al klaar om te vertrekken. We liepen de deur uit en de uitbater volgde ons en sloot de deur achter ons. We werden letterlijk uit de zaak geveegd.

Er was nog tijd voor een biertje, dus volgde ik de local die ons naar een pub begeleidde. Aan de bar was het druk en het duurde dan ook een hele tijd eer we bediend werden. Ik had een bier in gedachten maar het vat was af. Dan maar een andere vinden, de barman was niet zo geduldig en ging naar een andere klant. Toen ik opnieuw wou bestellen moest ik dan ook weeral een tijdje wachten. Deze keer wou ik iets speciaals proberen. Het werd afgeraden door de local, maar ik wou het wel eens proberen. Ik bestelde het bier, maar het leek niet getapt te worden. Na een vijftal minuten vroeg ik het nog eens. Het bier bleek echter wel getapt te zijn, en was op de toonbank tussen de klanten in gezet, en had intussen al wat van zijn imago verloren. We vonden een tafeltje en ik zette het bier voor me. Ik proefde van het bier en het smaakte inderdaad speciaal. Niet iets wat ik normaal rap zou drinken. Mijn vrienden raadden me aan om het bier te laten staan, maar iets hield me daar in tegen. De volgende zou beter zijn! Ik ging terug naar de bar en bestelde de volgende ronde. Toen ik mijn lippen aan mijn glas zette bleek dat ik het verkeerde bier had. Nu, dat bier smaakte beter dan dat van de local waarvoor het bedoeld was, en kwamen overeen om het zo te laten. Na deze avond van misverstanden gingen we terug naar de auto.

Terug in het “tentenkamp” nam ik mijn materiaal uit de auto van David en liep richting mijn tent. Het was al behoorlijk koud geworden. Ik kroop in mijn slaapzak en probeerde wat op te warmen. Ik veranderde mijn kleren in de tent. Toen ik na een half uurtje nog een sanitaire pauze moest inlassen, liep ik al klappertandend naar de sanitaire blok. Gelukkig was het hier een paar graden warmer.